Het is inmiddels 2020. Zijn we nu uitgesproken over het onderwerp erfpacht?
Het antwoord is nee, want er zijn belangrijke aandachtspunten. De MVA (Makelaarsvereniging Amsterdam) heeft deze op een rijtje gezet voor je:
1. Veel erfpachters die een aanvraagdatum hebben geregistreerd, denken dat de bal weer bij de gemeente Amsterdam ligt.
Dit is niet juist. Binnen drie maanden na de aanvraagdatum dient de erfpachter de overstapaanvraag af te ronden. Wanneer deze termijn niet gehaald wordt, dan vervallen de gunstige voorwaarden uit 2019.
2. Erfpachters die de overstap aanvraag hebben voltooid, hebben één van de (drie) betaalopties gekozen.
Optie één betreft het vastklikken van de toekomstige canon. Optie twee betreft het afkopen van de toekomstige canon, en optie drie betreft het afkopen van zowel huidige als toekomstige canon. Erfpachters hebben veelal onder tijdsdruk één van de opties geselecteerd zonder zich goed te verdiepen in de voor- en nadelen. Zo leeft de misvatting dat een afkoopsom in de toekomst op hetzelfde niveau ligt als vandaag, dan wel dat deze alleen maar met inflatie toeneemt. In werkelijkheid stijgt de afkoopsom die hoort bij een vastgeklikte canon veel harder. Een vuistregel hiervoor is een verdubbeling iedere 16 jaar. Wanneer erfpachters zich hiervan bewust zijn, kiezen ze eerder voor afkoop indien dit voor hen financieel mogelijk is.
3. Het verlengd afkopen van AB1994 kan tot een flinke besparing leiden die alleen nog bij de overstap kan worden verzilverd. Dit is veel erfpachters voor wie deze bepalingen van toepassing zijn niet bekend. Let dus op als je een woning hebt met AB 1994.
4. Op het moment dat de aanbieding binnenkomt, heeft een erfpachter drie maanden de tijd om deze te accepteren.
In deze drie maanden is het echter ook mogelijk om nog te switchen van betaaloptie. Dit betekent onder dezelfde gunstige voorwaarden toch kiezen voor afkopen, of juist voor canon betalen. Dit biedt aldus een nieuw beslismoment, waar de MVA zich met succes hard voor heeft gemaakt richting gemeente.
5. Wanneer bij de overstap wordt gekozen voor optie één: canon betalen (vastklikken) dan kan op een later moment alsnog worden overgegaan tot afkoop.
Momenteel stelt de gemeente Amsterdam hierbij als voorwaarde dat in dat geval ook het lopende tijdvak dient te worden afgekocht. Dit laatste kan echter financieel niet haalbaar zijn of fiscaal onaantrekkelijk. Bij de overstap zelf bestaat wel de flexibiliteit om alleen eeuwigdurend af te kopen (optie twee, zie boven). Het is voor erfpachters van belang dat zij bekend zijn met deze beperkende voorwaarde in geval zij op een later moment willen afkopen.
6. De erfpachter vindt het prettig om door de gemeente vastgestelde bedragen (canon en afkoopsom) te laten controleren door een deskundige. De MVA makelaar heeft deze kennis in huis.
7. Bijzondere situaties die meer aandacht en begeleiding vragen.
Te denken valt aan verkoop/ aankoop van een woning, splitsingen, bestemmingswijzigingen, erven van een woning, nieuwbouw et cetera.
Voor vragen kun je ons telefonisch bereiken via 075-6840151 of een email sturen naar info@dirkvoet.nl, we helpen je graag verder.
Informatief filmpje over de planning aanpak Thorbeckeweg
Amsterdamse erfpacht in 2020
Het is inmiddels 2020. Zijn we nu uit gesproken over het onderwerp erfpacht?
Het antwoord is nee, want er zijn belangrijke aandachtspunten. De MVA (Makelaarsvereniging Amsterdam) heeft deze op een rijtje gezet voor je:
1. Veel erfpachters die een aanvraagdatum hebben geregistreerd, denken dat de bal weer bij de gemeente Amsterdam ligt.
Dit is niet juist. Binnen drie maanden na de aanvraagdatum dient de erfpachter de overstapaanvraag af te ronden. Wanneer deze termijn niet gehaald wordt, dan vervallen de gunstige voorwaarden uit 2019.
2. Erfpachters die de overstap aanvraag hebben voltooid, hebben één van de (drie) betaalopties gekozen.
Optie één betreft het vastklikken van de toekomstige canon. Optie twee betreft het afkopen van de toekomstige canon, en optie drie betreft het afkopen van zowel huidige als toekomstige canon. Erfpachters hebben veelal onder tijdsdruk één van de opties geselecteerd zonder zich goed te verdiepen in de voor- en nadelen. Zo leeft de misvatting dat een afkoopsom in de toekomst op hetzelfde niveau ligt als vandaag, dan wel dat deze alleen maar met inflatie toeneemt. In werkelijkheid stijgt de afkoopsom die hoort bij een vastgeklikte canon veel harder. Een vuistregel hiervoor is een verdubbeling iedere 16 jaar. Wanneer erfpachters zich hiervan bewust zijn, kiezen ze eerder voor afkoop indien dit voor hen financieel mogelijk is.
3. Het verlengd afkopen van AB1994 kan tot een flinke besparing leiden die alleen nog bij de overstap kan worden verzilverd. Dit is veel erfpachters voor wie deze bepalingen van toepassing zijn niet bekend. Let dus op als je een woning hebt met AB 1994.
4. Op het moment dat de aanbieding binnenkomt, heeft een erfpachter drie maanden de tijd om deze te accepteren.
In deze drie maanden is het echter ook mogelijk om nog te switchen van betaaloptie. Dit betekent onder dezelfde gunstige voorwaarden toch kiezen voor afkopen, of juist voor canon betalen. Dit biedt aldus een nieuw beslismoment, waar de MVA zich met succes hard voor heeft gemaakt richting gemeente.
5. Wanneer bij de overstap wordt gekozen voor optie één: canon betalen (vastklikken) dan kan op een later moment alsnog worden overgegaan tot afkoop.
Momenteel stelt de gemeente Amsterdam hierbij als voorwaarde dat in dat geval ook het lopende tijdvak dient te worden afgekocht. Dit laatste kan echter financieel niet haalbaar zijn of fiscaal onaantrekkelijk. Bij de overstap zelf bestaat wel de flexibiliteit om alleen eeuwigdurend af te kopen (optie twee, zie boven). Het is voor erfpachters van belang dat zij bekend zijn met deze beperkende voorwaarde in geval zij op een later moment willen afkopen.
6. De erfpachter vindt het prettig om door de gemeente vastgestelde bedragen (canon en afkoopsom) te laten controleren door een deskundige. De MVA makelaar heeft deze kennis in huis.
7. Bijzondere situaties die meer aandacht en begeleiding vragen.
Te denken valt aan verkoop/ aankoop van een woning, splitsingen, bestemmingswijzigingen, erven van een woning, nieuwbouw et cetera.
Voor vragen kun je ons telefonisch bereiken via 075-6840151 of een email sturen naar info@dirkvoet.nl, we helpen je graag verder.
Tweede kwartaal transactiecijfers Oostzaan
Dit gemeente overzicht toont in een handig overzicht de transactiecijfers wonen in Oostzaan over het tweede kwartaal.
.
Cijfers eerste kwartaal Regio Amsterdam
1 mei 2019
Transactiecijfers NVM-regio Amsterdam
1e kwartaal 2019
Begin april heeft de NVM de kwartaalcijfers gepresenteerd in het Hilton Hotel in Amsterdam. Deze cijfers zijn inmiddels gepubliceerd door de diverse landelijke media, maar wij willen jullie ook graag nog even informeren over de ontwikkelingen binnen de MVA-regio.
Samenvatting transacties
Het aantal verkopen schommelt ieder kwartaal. Het tweede en het vierde kwartaal van een jaar zijn meestal goede kwartalen qua aantal verkopen, het eerste en derde kwartaal doen het vaak wat minder goed. Voor Nederland geldt dat het aantal transacties sinds de crisis sterk is hersteld, maar sinds begin 2017 een dalende trend kent. Het aantal verkochte woningen (door NVM-makelaars) komt dit kwartaal uit op totaal 32.818 woningen. Van dit aantal woningen werden er 1.722 in Amsterdam verkocht. Dit is een stijging van 3,6% t.o.v. het 1e kwartaal 2018, maar een daling van 23,0 % t.o.v. het 4e kwartaal 2018.
Jerry Wijnen, voorzitter Makelaarsvereniging Amsterdam, spreekt van een correctie. ‘De afgelopen vier jaar zijn de huizenprijzen in Amsterdam hard gestegen, met 8% vorig jaar en ruim 17% in 2017 en maar liefst 23% in 2016. Vandaag zien we een prijscorrectie.’ Wijnen vindt dat gunstig voor kopers. ‘Er zijn het afgelopen kwartaal 300 huizen, 7,2%, meer huizen in de verkoop gekomen dan vorig jaar.’ Dat is belangrijk voor de doorstroming. De krapte in de huizenmarkt van groot Amsterdam zal voorlopig wel blijven aangezien er te weinig koopwoningen zijn. Ook het aantal nieuwbouwwoningen wat op de markt komt brengt deze markt niet in evenwicht. Bovendien zorgt de grondprijs politiek en het duurzaam bouwen voor relatief hoge koopsommen. De gemiddelde verkooptijd voor nieuwbouw neemt hierdoor toe.
Positief is de ontwikkeling in onze regio over de huizen met een vraagprijs boven het miljoen. Landelijk neemt de vraag af, maar in onze regio blijven deze woningen nog ongekend populair en worden deze woningen relatief snel verkocht.
De krapste woningenmarkten zijn nog altijd te vinden in de stad Groningen, de Zaanstreek, Zuid Kennemerland, Amsterdam en Utrecht. De verwachting is dat dit de komende kwartalen ook niet zal veranderen.
De gemiddelde prijs van een verkochte woning in het 1e kwartaal bedroeg in Amsterdam
€ 434.000,-, in Nederland was dit bedrag € 294.000,-. Dit is een stijging van 6,6 % t.o.v. het 1e kwartaal van 2018, maar een daling van 4% t.o.v. het 4e kwartaal van 2018. In Nederland zien we een stijging t.o.v. het 1e kwartaal 2018 van 8,1% en een daling van 0,1% t.o.v. het 4e kwartaal 2018.
Samenvatting aanbod
Het aantal woningen dat te koop stond het 1e kwartaal van 2019, was 1.547. Dit is 14,8% minder t.o.v. 4e kwartaal 2018, maar 24,3% meer dan het 1e kwartaal van 2018. Landelijk zien we een daling van 17,2% t.o.v. het 1e kwartaal van 2018.
De gemiddelde vraagprijs bedraagt in het 1e kwartaal van 2019 € 569.000,-, dit is een daling van 1,4% t.o.v. het 4e kwartaal 2018. Gemiddeld staan de objecten slechts 36 dagen te koop en staat slechts 4,7% langer dan één jaar te koop. Landelijk is dit percentage 22,1% en staan woningen gemiddeld 146 dagen te koop.
De instroomquote in Amsterdam is hoog, namelijk 128,2% t.o.v. 78,3% landelijk. De instroomquote geeft de verhouding tussen de tijdens het kwartaal nieuw aanbod komende woningen en de woningen die aan het begin van het kwartaal al in het aanbod staan. Een hoge instroomquote wijst op een dynamische markt waarin woningen snel verkocht worden en het nieuwe aanbod een relatief groot deel uitmaakt van het totale aanbod.
Onderstaand de cijfers m.b.t. de MVA-regio’s Zaanstreek, Waterland en Haarlemmermeer
Laatste kwartaal transactiecijfers Oostzaan
Dit gemeente overzicht toont in een handig overzicht de transactiecijfers wonen in Oostzaan over het laatste kwartaal.
5 mei Open Tuinendag Oostzaan
Maak een leuke tocht door het dorp van tuin naar tuin.
Een tuin is om te delen. Gezellig een beetje rondstruinen en kijken wat een ander in de tuin doet. Misschien een stekje scoren of een leuk idee opdoen. Dat is de bedoeling van open tuinendag. We zijn geen hoveniers, we zijn tuinliefhebbers en laten graag iedereen zien wat we zoal doen.
Buiten de tuinen is er nog meer creativiteit te bewonderen; er is een workshop, twee ateliers zijn toegankelijk, er is van alles te leren over beestjes in de tuin en er is kunst en creativiteit met naald en draad.
De tuinen zijn op de dag zelf te herkennen aan een vaandel bij de ingang en bij iedere deelnemer liggen flyers met een plattegrond van de route. De deelnemende tuinen zijn Kerkbuurt 34, 41, 42, 43, 45 en 93. Op het Zuideinde nummers 203 en 298 en Irisstraat 1.
De toegang is vrij. Betreden is op eigen risico en slechts gedeeltelijk geschikt voor rolstoelen.
U bent van harte welkom op zondag 5 mei van 10.00 tot 17.00 uur.
Open Twiske Dag 28 april 2019
Op zondag 28 april is de achtste editie van de Open Twiske Dag! Ondernemers en verenigingen zetten hun deuren open. Van 11.00 uur tot 17.00 uur zijn er demonstraties, rondleidingen en activiteiten, gratis of tegen een kleine vergoeding. Ontdek wat er allemaal in het Twiske gebeurt!
Gratis parkeren
Tijdens de Open Twiske Dag zet Recreatieschap Twiske-Waterland de slagbomen open en verwelkomt iedereen om gratis met het Twiske kennis te maken. Abonnementhouders ontvangen ter compensatie 1 gratis kopje koffie bij Twiske Haven op vertoon van hun abonnement.
Roetzitbank
Kijk voor meer informatie:
http://www.opentwiskedag.nl/
Biksteenmolen De Vlijt stapje voor stapje op weg naar herstel
Foto: Wim Egas
Kijk hier voor het artikel in het NoordHollands Dagblad:
https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20180924_27823940/biksteenmolen-de-vlijt-stapje-voor-stapje-op-weg-naar-herstel?utm_source=google&utm_medium=organic
Kijk hier voor de informatieve nieuwsbrief restauratie Twiskemolen
Eeuwigdurend in Amsterdam Noord?
Per 1 oktober aanstaande kan middels de rekentool door huizenbezitters worden uitgerekend hoeveel zij moeten betalen. Volgens wethouder Eric van der Burg gaan vrijwel alle eigenaren van huizen op erfpacht erop vooruit........ Hij moet natuurlijk zijn plannen verdedigen.
Het eerste voorstel waarmee het Amsterdamse college in januari kwam, veroorzaakte in ieder geval een storm van kritiek van huizenbezitters die tonnen kwijt zouden zijn om de erfpacht te kunnen afkopen. Dit kwam vooral doordat de zogeheten buurtstraatquote (bsq) - het percentage van de WOZ-waarde van het perceel dat aan de grond wordt toegerekend - in de populaire wijken erg hoog uitkwam, soms tot meer dan tachtig procent.
In het nieuwe voorstel is deze bsq afgetopt tot maximaal 49 procent. De reden waarom wij dit nieuwsbericht plaatsen is de bsq voor "minder populaire wijken" (Van der Burg). Noem het 'grachtengordel arrogantie' maar volgens ons wordt het vervroegd omzetten naar eeuwigdurend, vooral voor veel woningbezitters in Amsterdam Noord, de moeite van het bestuderen waard! De wijze dames en heren hebben voor veel buurten in Amsterdam Noord nl. een bsq bedacht van slechts 5% (Noord wordt blijkbaar als uiterst impopulair gezien).
Overstapkorting
Daarnaast ging het college ook akkoord met een extra overstapkorting van 25 % en een langere bedenktijd; erfpachters kunnen tot 2020 overstappen op basis van de WOZ-waarde van 1-1-2014 of 1-1-2015! Daar komt bij de lage rente waardoor het daaraan gekoppelde canonpercentage relatief gunstig is.
Veel boze erfpachters demonstreren tegen de nieuwe plannen. Wij gaan ervan uit dat dit overwegend erfpachters uit het Centrum en Zuid zijn. Ons advies aan erfpachters in Amsterdam Noord: vul vanaf 1 oktober in ieder geval even de rekentool in en vraag het rekenplaatje op. (foto Parool)
De voordelen van een dorp. Restauratie Biksteenmolen begonnen.
DE EERSTE AMSTERDAMSE FUSEERT MET VIER REGIOVEILINGEN
Met ingang van 1 september zal veilinghuis de Eerste Amsterdamse samengaan met de vier omliggende Regioveilingen in Alkmaar (Noordhollandse veiling), Almere (Flevovastgoedveiling), Leiden (Vastgoedveiling Hollands-Midden) en Schiphol (Vastgoedveiling Schiphol). Daarmee ontstaat één veilinglocatie voor hybride vastgoedveilingen in de regio Noord-West.
De samenwerking start in een periode dat het aantal executieveilingen flink is gedaald dankzij de goede woningmarkt en lage rente. Veel veilingorganisaties hebben daarom te weinig aanbod om kostendekkend te draaien. ‘Het samenvoegen van een aantal veilinglocaties is daarom een logische stap’, meent Alfons Demaret, bestuurslid van de Noordhollandse veiling in Alkmaar. ‘Aanvankelijk hebben we nog gekeken naar een locatie buiten Amsterdam, maar dan blijf je het aanbod opsplitsen. Eén locatie, één marktplaats, met veel aanbod en goede prijzen is beter voor de debiteuren en banken, maar ook voor alle andere betrokken partijen.’
Adriaan Helmig, bestuurslid van Hollands-Midden en Schiphol meent dat alle sterke aspecten van de verschillende veilingorganisaties nu bij elkaar worden gebracht: ‘De Eerste Amsterdamse bestaat al meer dan 140 jaar. De zaal met het grote aantal bezoekers is een sterk instrument voor een goede veiling. Maar het notariële toezicht en de daarmee gepaard gaande onafhankelijkheid vormen sterke eigenschappen van de regioveilingen. Nu de Eerste Amsterdamse enkele maanden geleden gebruik is gaan maken van het Notarieel Instituut Internet Veilen, het NIIV, stond niets een samenwerking meer in de weg.’
Omdat voor de fusiepartners van de Eerste Amsterdamse de bereikbaarheid en parkeermogelijkheden een belangrijke item bleken, is gezocht naar een alternatieve locatie binnen de Amsterdamse ring. ‘Met Dauphine, het in de oude Renault-garage gevestigde restaurant naast het Amstel Station zijn inmiddels afspraken gemaakt’, aldus Chris van Dam van de Eerste Amsterdamse. ‘Natuurlijk doet het pijn om de gracht te verlaten, maar we leven in een tijdperk waarin ontwikkelingen snel plaatsvinden. Als we als veilinghuis onze vooraanstaande positie willen behouden, zullen we mee moeten in de vooruitgang.’
De veiling in Amsterdam zal net als in het verleden plaatsvinden op maandag. Het aanvangstijdstip zal worden vervroegd naar 16.30 uur. De fusie van de vijf veilingorganisaties heeft betrekking op de executoriale veilingen. De organisatie van de veiling vindt in de nieuwe situatie plaats onder de verantwoordelijkheid van de Notariële Stichting Eerste Amsterdamse die opdracht geeft aan de Eerste Amsterdamse voor de feitelijke organisatie ervan. De vrijwillige veilingen die de Eerste Amsterdamse traditioneel aanbiedt, zullen ook in de toekomst door het Amsterdamse veilinghuis verzorgd blijven worden.
De veilingdata voor de tweede helft van 2017 zijn:
25 september 2017
9 oktober 2017
30 oktober 2017
13 november 2017
20 november 2017
4 december 2017
18 december 2017
Het adres van Café Restaurant Dauphine is Prins Bernhardplein 175, 1097 BL Amsterdam. Voor meer informatie www.eersteamsterdamse.nl.
Snelfietsverbinding Zaandam-Oostzaan-Amsterdam gereed
Door de aanleg van een vrijliggend fietspad, dat aansluit op het bestaande fietsnetwerk in de gemeente Zaanstad en Amsterdam-Noord, is er eind 2016 een snelfietsroute vanaf station Zaandam naar de NDSM-pont in Amsterdam Noord.
Snelfietsverbinding Zaanstad-Amsterdam
Samen met het Rijk, Stadsregio Amsterdam, gemeente Zaanstad en de Fietsersbond, werkt Amsterdam aan een zo kort en direct mogelijke fietsroute, een zogenaamde snelfietsverbinding, tussen Zaandam en Amsterdam. Eind 2015 is gestart met de uitvoering en medio 2016 wordt begonnen met het laatste deel van de fietsroute, langs de Noorder-IJplas in Amsterdam-Noord.Als alles volgens planning verloopt is de verbinding eind 2016 klaar.
Het traject van de snelfietsroute
De hele snelfietsverbinding tussen het centrum van Amsterdam en Zaandam is ongeveer tien kilometer lang. De route loopt van Station Zaandam, langs de noordzijde van de Noorder-IJplas door het voormalig sportpark Melkweg, via de Cornelis Douwesweg, naar de aanlanding van de NDSM-pont, waar fietsers de pont naar Amsterdam Centraal Station kunnen nemen.
De ontbrekende schakel
Een groot deel van de snelfietsroute is al in gebruik als fietspad. Het gedeelte vanaf de Noorder-IJplas tot de Cornelis Douwesweg is de ‘ontbrekende schakel’ die nog aangelegd moet worden. Hier komt een vrijliggend tweerichtingen fietspad van vier meter breed, grotendeels uitgevoerd in asfalt. Bij het viaduct over de de Meteorenweg komt een fietsbrug over de vijver en in sportpark Melkweg ligt het fietspad naast het bestaande voetpad. Het fietspad langs de Cornelis Douwesweg wordt verbreed.
Aansluiting Oostzanerdijk
Vanaf de snelfietsroute wordt ter hoogte van de busbaan Coentunnelcircuit een fietspad aangelegd dat aansluit op de Oostzanerdijk. Hierdoor wordt de bereikbaarheid van de Noorder-IJplas voor bewoners vanaf de Oostzanerdijk mogelijk.
Globale planning werkzaamheden
Medio juni 2016: aanbrengen zand en voorbereidende grondwerkzaamheden voor fietsroute.
Najaar 2016: plaatsen brug over Meteorenvijver en aanleggen en asfalteren fietsroute.
Eind 2016: fietsroute in gebruik.
Eind 2016/begin 2017: planten nieuwe bomen
Meer rechtszekerheid voor eigenaren van woonboten
Meer rechtszekerheid voor eigenaren van woonboten
21 DECEMBER 2016
De Wet verduidelijking voorschriften woonboten is aangenomen door de Tweede Kamer. Aanleiding voor deze wet was een uitspraak van de Raad van State van 16 april 2014, die tot consequentie heeft dat woonboten als bouwwerk kunnen worden gezien in de zin van Woningwet en de Wabo.
Dit zou betekenen dat veel woonboten niet voldoen aan de geldende regelgeving en daarmee in feite illegaal zijn geworden. Voor deze woonboten zijn namelijk geen omgevingsvergunningen afgegeven en kunnen ook niet worden afgegeven omdat ze niet voldoen aan het Bouwbesluit.
Met de wetswijziging worden alle bestaande woonboten gelegaliseerd en de technische voorschriften uit het Bouwbesluit niet van toepassing verklaard. Voor nieuwe woonboten zal voortaan wel een omgevingsvergunning nodig zijn en deze moeten voldoen aan het Bouwbesluit, waarin ook een aantal specifieke bepalingen zullen worden opgenomen voor drijvende bouwwerken.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om ook de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor eigenaren van woonboten te verbeteren met betrekking tot de ligplaats.
Volgens de Tweede Kamer zou deze rechtsbescherming ten aanzien van ligplaatsen vergelijkbaar moeten worden met de rechtsbescherming voor eigenaren van grondgebonden woningen met betrekking tot bouwkavels. De rechtsonzekerheid rond ligplaatsen is één van de obstakels waarom banken terughoudend zijn met het financieren van woonboten.
(Bron NVM)
8 november 2016
De infrastructuur rond Oostzaan wordt aan alle kanten aangepakt!
Kijk voor de planning van groot aan de onderhoud N516 (Thorbeckeweg) op:
27 September 2016
Prinsjesdag stond dit jaar vooral in het teken van het herstel van de economie en extra investeringen. Veel van de maatregelen van het kabinet waren al eerder aangekondigd, hieronder een samenvatting van de belangrijkste punten:
- Verhoogde vrijstelling schenkbelasting: om aflossing van schulden te bevorderen wordt in 2017 de maximale schenkingsvrijstelling voor de eigen woning weer verhoogd naar 100.000 euro. Voorwaarde is dat de ontvanger van de schenking tussen de 18 en 40 jaar oud is.
- Loan-to-Value verlaagd naar 101%: In 2017 wordt de maximale loan-to-value (LTV) van woninghypotheken verder afgebouwd tot 101%, met als einddoel 100% in 2018. Het kabinet geeft ook aan verdere maatregelen niet wenselijk te vinden met oog op rust op de woningmarkt. Oproepen van de Europese Commissie en De Nederlandse Bank om meer maatregelen te nemen om de hypotheekschuld te beperken, worden hiermee terzijde gelegd.
- Hypotheekrenteaftrek verlaagd naar 50%: het maximale tarief van de hypotheekrenteaftrek wordt in 2017 weer met een half procentpunt verder beperkt tot 50%.
- Aanpassing NHG-grens: Vanaf 2017 wordt de kostengrens van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) gekoppeld aan de gemiddelde woningwaarde, zoals het geval was vóór de tijdelijke verhoging in 2009.
- Liberalisatiegrens blijft bevroren: Met ingang van 2016 is de liberalisatiegrens voor drie jaar bevroren, wat moet leiden tot een aantrekkelijker investeringsklimaat in het middensegment van de huurmarkt.
- Aanpassing WWS in Amsterdam en Utrecht: Door aanpassing van het woningwaarderingsstelsel wil het kabinet het vanaf 2017 aantrekkelijker maken om kleine nieuwbouwwoningen te realiseren in twee gebieden met grote schaarste: de COROP-gebieden Groot-Amsterdam en Utrecht.
- Hogere huurtoeslag: Als onderdeel van het koopkrachtpakket worden de uitgaven voor de huurtoeslag vanaf 2017 structureel met € 150 miljoen verhoogd. Vanaf 2017 wordt de basishuur, met € 10,50 per maand verlaagd. Hierdoor ontvangen huurtoeslagontvangers maandelijks meer huurtoeslag. Deze maatregel komt bovenop de eerder geschrapte bezuinig op de huurtoeslag.
- Vrije sectorhuur: Het kabinet bereidt een wetswijziging voor waardoor gemeenten in bestemmingsplannen gebieden exclusief kunnen aanwijzen als plek voor huurwoningen in het middensegment. Verder neemt het rijk met ‘samenwerkingstafels’ het initiatief om met ontwikkelaars en gemeenten te overleggen over het aanbod aan huurwoningen in het middensegment.
- Energiebesparing koopwoningen: In 2017 wordt uitvoering gegeven aan de subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen in bestaande koopwoningen. Voor deze regeling zet het kabinet 70 miljoen euro in. Van dit budget wordt 20 miljoen euro gebruikt voor de uitvoering van innovatieve voorstellen van bedrijven, gemeenten en andere partijen om woningeigenaren te stimuleren tot energiebesparing, 10 miljoen euro wordt ingezet voor rentesubsidie en betere marketing van leningen uit het Nationaal Energiebespaarfonds voor eigenaren-bewoners en VVE’s.
- Fonds Duurzaam funderingsherstel: Volgend jaar start het Fonds Duurzaam Funderingsherstel. Het fonds kan huiseigenaren uitkomst bieden met een lening bij noodzakelijk herstel van de fundering van hun woning.
- Huurcommissie: Verhuurders moeten voortaan gaan bijdragen aan de bekostiging van de Huurcommissie.
03 Mei 2016
Wijziging regelgeving (toeristische) woonboten.
Wijziging in regelgeving rondom woonboten en de toeristische verhuur daarvan (in Amsterdam)
Sinds 2014 is zowel landelijk als in de gemeente Amsterdam veel te doen over (de regelgeving rondom) woonboten. De landelijke ophef ontstond na een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de “Afdeling”) van 16 april 2014, waarin de Afdeling oordeelde dat een woonboot moest worden aangemerkt als ‘bouwwerk’. De ophef in de gemeente Amsterdam ontstond toen het college van b&w (het “college”) op 7 oktober 2014 besloot dat de toeristische verhuur van woonboten aan dezelfde voorwaarden zou moeten voldoen als de toeristische verhuur van woningen.
Wat is de stand van zaken van de –gewijzigde –regelgeving naar aanleiding van deze ophef? Hierbij een update. Wetsvoorstel ‘Wet verduidelijking voorschriften woonboten’ (wijziging Woningwet en de Wabo)
De zaak waarin de Afdeling op 16 april 2014 uitspraak deed betrof een zaak over een gemeentelijke verbouwingsvergunning die was verleend voor de verbouwing van een bestaande woonboot. De Afdeling oordeelde (dus) dat de desbetreffende woonboot moet worden aangemerkt als bouwwerk in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de “Wabo”). In deze uitspraak legt de Afdeling het zwaartepunt bij het criterium van het plaatsgebonden karakter, wat bij een woonboot wordt bepaald door de bedoeling om deze ter plaatse als woning te laten functioneren.
Deze uitspraak zou voor vele woonboten en andere drijvende objecten die hoofdzakelijk worden gebruikt voor verblijf, zoals drijvende hotels (de “woonboten”), kunnen betekenen dat deze als een bouwwerk in de zin van de Woningwet en de Wabo aangemerkt moeten worden. Dit zou als consequentie hebben dat veel van die woonboten niet voldoen aan de geldende regelgeving en daarmee in feite illegaal zijn geworden, omdat daarvoor geen omgevingsvergunning is verleend. In veel gevallen zou het verkrijgen van een omgevingsvergunning ook niet mogelijk zijn omdat het afgeven van die vergunningengetoetst wordt aan het Bouwbesluit 2012 (hierna: Bouwbesluit) en die woonboten niet aan de op dit moment geldende eisen uit het Bouwbesluit voldoen.Derhalve heeft het kabinet in antwoord op vragen uit de Tweede Kamer aangegeven dat wordt bezien welke wet-en regelgeving voor woonboten dient te worden aangepast naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling.
Dit heeft geleid tot de Wet verduidelijking voorschriften woonboten, waarvan het wetsontwerp(‘het “wetsontwerp”) en de Memorie van Toelichting op 24 maart 2016 bekend zijn gemaakt.Een variant, die is overwogen, is het oplandelijk niveau expliciet aangeven dat de Woningwet niet van toepassing is op woonschepen. Voor deze optie is niet gekozen omdat de regering van mening is dat het verschil in regulering voor woonboten ten opzichte van bouwwerken op het land inmiddels niet valt te rechtvaardigen.
Het wetsontwerp betreft in hoofdzaak de wijziging van de Woningwet en de Wabo, waarbij in de eerste plaats is uitgegaan van het feit dat schepen die bedoeld zijn om mee te varen en waarvan de primaire functie varen is, niet aan de definitie van een bouwwerk voldoen. Dergelijke schepen zijn niet met de grond verbonden en bovendien ook niet bedoeld om ter plaatse als woning of als ander bouwwerk te functioneren.Voor die schepen veranderd (uiteraard) niets. Daarnaast is gekozen om een uitzondering op te nemen in de wet voor een tussencategorie: (historische) varende schepen waarop (ook) wordt verbleven (wonen, restaurant, museum en dergelijke). Veel van deze schepen hebben een historisch karakter wat verloren zou gaan als de schepen moeten voldoen aan de bouwregelgeving, als aanpassing daaraan überhaupt al mogelijk is, zo heeft de regering geoordeeld.In de Woningwet zal hierom worden opgenomen, volgens het wetsvoorstel,(artikel 1 lid 7) dat “een schip dat wordt gebruikt voor verblijf en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart, geen bouwwerk” is.Deze schepen moeten, willen ze hieronder vallen, “bestemd zijn voor de vaart” ofwel daarvoor bedoeld zijn. De memorie van toelichting geeft een aantal handvatten voor de beoordeling of daarvan sprake is.
Omdat tot 2014 door iedereen ervan werd uitgegaan dat woonboten geen bouwwerk waren en dus niet aan de regelgeving voor bouwwerken hoefden te voldoen (Bouwbesluit en omgevingsvergunning), voorziet het wetsvoorstel in overgangsrecht voor bestaande woonboten. Het overgangsrecht houdt in dat:
- op bestaande woonboten de technische voorschriften van het Bouwbesluit voor de nieuwbouw, de verbouw, de staat en het gebruik van bouwwerken niet van toepassing zullen zijn;
- als er krachtens de geldendeprovinciale of gemeentelijke verordening voor het (ver)bouwen en gebruiken van een woonboot een vergunning of ontheffingis verleend, dat zal gelden als
- in het geval er krachtens de geldendeprovinciale of gemeentelijke verordening geen vergunning of ontheffing vereist werd voor het bouwen of gebruiken (van een woonboot),deze woonboten worden gelijkgesteld meteen bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voor het bouwen, brandveilig gebruik of met het bestemmingsplanstrijdig gebruik.
- in het geval er krachtens de geldendeprovinciale of gemeentelijke verordening geen vergunning of ontheffing vereist werd voor het bouwen of gebruiken (van een woonboot),deze woonboten worden gelijkgesteld met een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voor het bouwen, brandveilig gebruik of met het bestemmingsplanstrijdig gebruik.
Op grond hiervan kunnen die woonboten die inmiddels als bouwwerk aangemerkt zouden moeten worden, blijven liggen, zonder dat daarvoor nieuwe omgevingsvergunningen hoeven te worden aangevraagd of de constructie dient te worden aangepast aan de eisen van het Bouwbesluit.Gemeenten zullen dus ook voor de bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen,slechts handhavend moeten/mogen optreden als sprake is van een overtreding van de bij de reeds verleende gemeentelijke vergunning geldende voorwaarden.
Het streven is het wetsvoorstel per 1 januari 2017 in werking te laten treden.Het idee is dat de in dit wetsvoorstel opgenomen bepalingen met de Invoeringswet Omgevingswet worden opgenomen in de Omgevingswet.
Toeristische verhuur van woonboten in Amsterdam
Nadat het Amsterdamse college op 7 oktober 2014 had besloten dat de toeristische verhuur van woonboten hetzelfde behandeld zou moeten worden als de toeristische verhuur van woningen, was in eerste instantie het plan om de Verordening op het Binnenwater 2010 (de “VOB”) te wijzigen. Uiteindelijk is besloten om niet de VOB te wijzigen, omdat het geldende bestemmingsplan al voldoende grond zou bieden om de toeristische verhuur in te perken. In het bestemmingsplan ‘Water’ is het gebruik van het water, met inbegrip van het wonen op het water, geregeld. Ook is in dat bestemmingsplaneen definitie opgenomen voor ‘woonboot’: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd tot woonverblijf [..]’’.
Op 9 februari jl. heeft het college de nota van beantwoording ‘Toeristische verhuur van woonboten’ en de beleidsregels ‘Toeristische verhuur van woonboten’ vastgesteld. Hieruit volgt dat het college van oordeel is dat de toeristische verhuur van woonboten aandezelfde voorwaarden zou moeten voldoen als de toeristische verhuur van woningen. Het college wil hiermee een gelijk speelveld realiseren voor de toeristische verhuur van woningen en woonboten. Dat betekent dat ook woonboten niet mogen worden gebruikt voor bedrijfsmatige verhuur aan toeristen, maar enkel voor wonen. (Dat is anders als een bed&breakfast wordt gestart.) De beleidsregels vormen een kader voor de bestemmingsplanregels waarin geregeld is dat een woonboot ‘hoofdzakelijk’ dient te worden gebruikt als ‘woonverblijf’.
Incidentele toeristische verhuur van een woonboot is, volgens de beleidsregels, mogelijk als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- de verhuurder is tevens hoofdbewoner van de woonboot en staat als zodanigingeschreven bij de gemeentelijke basisadministratie;
- de vakantieverhuur bedraagt maximaal 60 dagen per jaar;
- de verhuur is incidenteel; er is geen sprake van structurele, bedrijfsmatige verhuur;
- over de inkomsten wordt toeristenbelasting betaald;
- de woonboot wordt niet aan meer dan 4 personen tegelijkertijd verhuurd;
- de woonboot voldoet aan de geldende brandveiligheidseisen;
- de huurders en/of gasten die op de woonboot verblijven, veroorzaken geen overlast.
Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan wordenaangenomen dat in strijd met de gebruiksregels van het desbetreffende bestemmingsplan wordtgehandeld en kan dat een grondslag vormen om handhavend op te treden.
De beleidsregels zijn op 15 maart jl. gepubliceerd in het Gemeenteblad en staan nu ook online. Op 23 maart 2016 zijn de beleidsregels in de raadscommissievergadering (Bouwen en Wonen) besproken. In deze vergadering bleek dat het merendeel van de partijen het college steunt bij zijn aanpak van de verhuur van slaapplekken op woonboten aan toeristen. Uit de vergadering bleek ook dat de Vereniging Water wonen en Toerisme zich niet met deze visie en aanpak van het college kanverenigen. De voorzitter van deze vereniging sprak op de commissievergadering in en stelde zich op het standpunt dat detoeristische verhuur op woonboten niet in strijd is met de geldende regelgeving/bestemmingsplan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat leden van de vereniging het gebruik van hun
woonboot niet zullen veranderen/aanpassen en een eventueel besluit tot handhaving van de gemeente zullen aanvechten. Dan is het afwachten wat het oordeel van de rechter zal zijn.
Conclusie
Er zijn veel wijzigingen gaande rondom de regelgeving met betrekking tot woonboten. Deze wijzigingen komen grotendeels voort uit het feit dat ‘men’ van oordeel is dat er heden ten dagen tussen een ‘woning’ in het wateren een woning op de wal vaak niet meer veel verschil zitten deze woningen daarom aan dezelfde eisen moeten voldoen. De leden van de Vereniging Waterwonen en Toerisme zien dat duidelijk anders: zij betogen dat er juist wel veel verschillen zijn en dat daarom de twee soorten woningen een verschillende aanpak behoeven. De ING hebben zij in ieder geval aan hun zijde: de bank stopte in oktober 2015 met het verstrekken van hypotheken aan woonboten, omdat de bank dit een dermate ander product vindt dan een hypotheek voor een woning op de wal.
bron: Boekel Advocaten en Notarissen Amsterdam
15 april 2016
Aangenomen wetsvoorstel doorstroming huurmarkt
Bron: Cornélie Arnouts MRE MRICS bij Boekel Advocaten en Notarissen
Op 12 april 2016 is het wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt aangenomen door de Eerste Kamer, nadat de Tweede Kamer op 9 februari 2016 al had ingestemd. Het wetsvoorstel bevat diverse ingrijpende wijzigingen in het huurrecht voor woonruimte.
De voor de markt meest opvallende wijziging betreft de mogelijkheid tijdelijke (korte) huurovereenkomsten te sluiten, waarbij de huurder aan het einde van de termijn zal moeten vertrekken. De wet bevat op dit moment een categorie huurovereenkomsten ‘naar zijn aard van korte duur’, maar slechts een beperkt aantal huurovereenkomsten valt onder die categorie. Door de aangenomen wetswijziging zal het voor iedere verhuurder mogelijk zijn huurovereenkomsten te sluiten voor een korte periode.
Huurovereenkomst voor bepaalde korte tijd
Zelfstandige woningen – max. 2 jaar
Voor deze categorie woningen wordt het mogelijk om een huurovereenkomst te sluiten voor een maximale duur van twee jaar.
Onzelfstandige woningen – max. 5 jaar
Voor deze categorie woningen wordt het mogelijk om een huurovereenkomst te sluiten voor een maximale duur van vijf jaar.
Beëindiging
Na afloop van de hierboven genoemde maximale duur (de termijn mag ook korter zijn), eindigt de huurovereenkomst zonder dat deze opgezegd hoeft te worden. De verhuurder moet de huurder wel tijdig waarschuwen voor het einde van de huurovereenkomst, anders eindigt de huurovereenkomst toch niet.
Voortzetting
Wordt de huurovereenkomst na afloop van de hierboven genoemde maximale duur voortgezet (de huurder mag blijven zitten en blijft huur betalen), dan ontstaat een ‘normale’ huurovereenkomst voor onbepaalde tijd (reguliere huurovereenkomst, waarvoor limitatieve opzeggingsgronden gelden).
Toetsen huurprijs
Huurders van woningen hebben op dit moment op grond van de wet de mogelijkheid om hun huurprijs te laten toetsen door de Huurcommissie binnen zes maanden nadat de huurovereenkomst is ingegaan. Voor huurders met wie een tijdelijke huurovereenkomst wordt gesloten, wordt die termijn van zes maanden opgerekt tot de gehele duur van de tijdelijke huurovereenkomst plus zes maanden (voor het geval partijen besluiten tot voortzetting van de huurovereenkomst).
Andere wijzigingen
Het wetsvoorstel bevat nog meer wijzigingen:
Opzeggingsgronden
Uitbreiding opzeggingsgronden
De opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ bestaat in feite uit verschillende subgronden. Op dit moment zijn dat:
- Renovatie (strengere eisen dan bij 290-bedrijfsruimte);
- De verhuur van een woning die is ingericht voor een gehandicapte aan een gehandicapte;
- De verhuur van een woning die is ingericht en bestemd voor een oudere aan een oudere;
- De verhuur van een studentenwoning aan een student.
Het aangenomen wetsvoorstel breidt die gronden uit met:
- De verhuur van een jongerenwoning aan een jongere (een persoon tussen de 18 en de 28 jaar oud). Er kan vervolgens opgezegd worden als de huurder ouder is dan 28 jaar en de huurovereenkomst minimaal 5 jaar en maximaal 7 jaar heeft geduurd.
- De verhuur van een promovendiwoning aan een promovendi (net als bij de studentenwoningen kan de huur worden opgezegd indien de huurder geen bewijs meer kan tonen dat hij werkt aan een promotieonderzoek aan een universiteit).
- De verhuur van een woning voor grote gezinnen aan een groot gezin (minimaal 8 personen). De huurovereenkomst kan opgezegd worden indien minder dan 5 personen op het adres van het gehuurde staan ingeschreven.
Tussenhuur (in de praktijk ook bekend als ‘Diplomatenclausule’)
Het feit dat een verhuurder of huurder tijdelijk uit een woning vertrekt en daarna weer wil terugkeren betreft ook een opzeggingsgrond. Voor die tijdelijke periode (die vooraf vast dient te staan), kan de woning dan aan een derde worden verhuurd waarna de verhuurder/huurder weer terug moet keren naar de woning. Die mogelijkheid geldt ook voor het geval dat een verhuurder de woning nog nooit zelf heeft bewoond of verhuurd, maar eerst voor een tijdelijke vaste periode wil verhuren voordat hij er zelf intrekt. Dit wordt aangeduid als ‘tussenhuur’. Het aangenomen wetsvoorstel maakt mogelijk dat die tijdelijke vaste periode verlengd kan worden mits dit wordt afgesproken vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.
Uitbreiding Leegstandwet
Leegstandwet
Door het aangenomen wetsvoorstel is de Leegstandwet uitgebreid met de een extra categorie woonruimte in een voor de verkoop bestemde huurwoning. Ook voor deze categorie kan (na het in werking treden van het wetsvoorstel) een leegstandwetvergunning worden aangevraagd om tijdelijk (minimaal drie maanden in plaats van zes maanden zoals bij de andere categorieën) te kunnen verhuren waarbij de huurder maar een beperkte huurbescherming geniet.
Huurprijs
Inkomensafhankelijke huurverhoging en huursombenadering
Door middel van een inkomenstoets en de mogelijkheid om de huurprijs voor huurders met een inkomen boven een bepaald niveau sneller te verhogen (indexeren) wordt geprobeerd scheefwonen tegen te gaan en doorstroming te bevorderen. Deze versnelde huurverhoging geldt overigens niet voor huurders die een huishouden hebben bestaande uit vier of meer personen en/of met minimaal één persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Ook wordt er een huursombenadering ingevoerd, dit betekent dat de volledige jaarlijkse huurverhoging die toegelaten instellingen doorvoeren aan een maximum gebonden is. Met deze maatregel wordt geprobeerd de huurprijs van een woning meer aan te laten sluiten bij de marktwaarde van de huurwoning. Er wordt nog over gesproken of een dergelijke huursombenadering ook aan particuliere en commerciële verhuurders kan worden opgelegd.
Inwerkingtreding
Het wetsvoorstel is al wel aangenomen, maar nog niet in werking getreden. Van de bovenstaande mogelijkheden kan nog geen gebruik worden gemaakt voordat de inwerkingtreding een feit is. Naar verwachting is dit 1 juli 2016.